Het gaat zo:
Ik zeg waar ik me aan irriteer en dan zeg jij of je er mee eens bent en dan plaats je iets waar jij
je aan irriteert
Voorbeeld:
Ik:
ik irriteer me aan racisme.
Pietje:
heeeeeeeeelemaal mee eens!

ik irriteer me aan school.
en zo gaat het maar door.